be•teks•ten overgankelijk werkwoord betekstte; heeft betekst 1. Iets of iemand van tekst voorzien; 2. Bewoorden, verwoorden, herwoorden; 3. Betekenis geven; 4. Woorden in het leven roepen; betekst: woordenvol leven
be•teks•ten overgankelijk werkwoord
... en eindigt met een punt.
Alles zonder prijskaartje is onbetaalbaar
was nu de toekomst
is me met de graplepel ingegoten