be•teks•ten overgankelijk werkwoord betekstte; heeft betekst 1. Iets of iemand van tekst voorzien; 2. Bewoorden, verwoorden, herwoorden; 3. Betekenis geven; 4. Woorden in het leven roepen; betekst: woordenvol leven
be•teks•ten overgankelijk werkwoord
Een bijlage waar de ontvanger vrolijk van wordt
De verklikker van een bolletjesslikker
Iemand die zich met opgestoken sigaret in een rookvrije zone begeeft
Slechte (woord)grap die keer op keer herhaald wordt, in de hoop dat zoon/dochter de grap deze keer wel waardeert.